hebben ovt 02Door -- / 09/07/2024 Onvoltooid verleden tijd (ovt) van hebben.: vul de juiste vorm in. Voorbeeld: De jongen              dorst. De jongen  had  dorst. Naam Klas 1. Wij een hond, nu hebben we een kat. 2. De baby koorts. 3. Ik geen zin om op te staan. 4. jij wel zin? 5. Wij gisteren visite. 6. Roos en ik een drukke dag. 7. Jullie vroeger een groot huis. 8. Jij een nieuw boek. 9. Het meisje een blauwe hoed. 10. De kinderen veel plezier. Time's up