Stamtijden serie 01

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
Voorbeelden:
ovt  fietsen  Ik ________ gisteren naar Gennep.   Ik fietste gisteren naar Gennep.
vtt   maken   Ik ________een boterham __________. Ik heb een boterham gemaakt.
vtt   gaan      Kees _____ naar huis ________. Kees is naar huis gegaan.

1. 
drinken

We met Jan in de stad een pilsje .

2. 
doen

Dat we vroeger nooit.

3. 
kijken

jij naar de laatste film van Spielberg ?

4. 
zijn

Mijn broer nog nooit in Parijs .

5. 
weten

Dat jouw vader blind was, ik nooit .

6. 
weten

jij dat echt niet?

7. 
zijn

Napoleon XIII, wie dat?

8. 
kijken

De stonede hippie een beetje suf uit zijn ogen.

9. 
doen

Wie de suiker in de erwtensoep ?

10. 
drinken

Moeder vroeger nooit koffie, maar tegenwoordig wel.

Scroll naar boven